Hoewel het Pinksteren was bleek de bondstraining voor mijn dochter
gewoon door te gaan, dus zaten wij al vroeg op de fiets naar Nieuwegein.
Omdat die judotraining twee uur duurt bedacht ik mij een bezoekje te
kunnen brengen aan de plaatselijke begraafplaats.
Ik wilde het graf
bezoeken van een oud-collega. Zij was docente natuurkunde en had negen
jaar geleden tijdens een vakantie drie dagen in haar woning liggen
creperen na een tia. Toen ze eenmaal gevonden was leefde ze nog een paar
dagen en hebben wij haar begraven. Voordat de kist geplaatst was had
ik in een opwelling het vers gedolven graf uitgeprobeerd. Dat wil zeggen
dat ik een paar minuten op de plek waar de kist moest komen met
gesloten ogen had liggen bedenken of dit een goede plek was als laatste
rustplaats. Ik herinner mij dat het wel oké voelde te weten dat je onder
zo'n anderhalve meter zand bedolven zou zijn.
Enfin, ik kom
daar gisteren na negen jaar, maar waar kun je zo'n graf vinden? Er ligt
daar geen register om op naam te kunnen zoeken. Ik wist nog wel ongeveer
waar het geweest moest zijn en heb een uur grafschriften gelezen maar
kon de steen niet vinden. Teruggekeerd bij het hoofdgebouw stond ik op
het punt te vertrekken toen ik een kordate deerne terug zag keren van de
grafvelden. Ik besloot mijn schroom opzij te zetten en haar aan te
spreken. Of zij wist hoe ik een graf kon terugvinden? Ze liep met mij
terug naar de velden mij ondertussen bevragend over hoe lang geleden het
was en of het een liggende of staande steen was. Veel wist ik daarover
allemaal niet te melden en al babbelende leidde ze mij naar een plek
waarvan ik meende dat het in de buurt kwam naar wat ik mij herinnerde.
Maar ja in negen jaar verandert er wel het een en ander, ook op een
begraafplaats.
Net op het punt waarop ik mijn zoektocht wil opgeven
en haar wil bedanken zie ik vanuit mijn ooghoek de naam van mijn
collega op een enorme zwarte steen staan. Blijkt ze precies tegenover
het graf te liggen van de zoon en de man van deze weduwe.
De weduwe
had zich direct na de vondst discreet naar de uitgang begeven, waardoor
ik haar nauwelijks bedankt heb voor haar vriendelijke hulp.
Pas later besefte ik welk een absurd toeval op mijn pad gekomen was.
Ik label deze ervaring als een ontmoeting met een gids.
Daar zouden er meer van moeten zijn in rouwland.